Contact us here
Choose your preferred language

Problemen met je I/O™-actuator oplossen

LINAK® begrijpt het belang van inzetbaarheid – en daarom moet een niet-werkende actuator zo snel mogelijk worden gerepareerd of vervangen.

 

Werkstation met Actuator Connect™-configuratorsoftware en actuator LA36.

Hoewel actuatoren van LINAK zo zijn ontworpen dat ze intuïtief in het gebruik zijn, kunnen er vragen ontstaan.

Problemen met actuatoren oplossen zou niet ingewikkeld moeten zijn. Daarom biedt LINAK mogelijke oplossingen om een probleem op te lossen. In de volgende gids wordt uitgelegd wat de meest voorkomende hoofdoorzaken van problemen zijn en wat je kunt doen om deze op te lossen.

Indien je vragen niet worden beantwoord in het overzicht hieronder, neem dan contact op met je lokale LINAK vestiging voor verdere technische ondersteuning.

 
 

Wil je meer weten over onze I/O™-actuatoren of sommige van onze andere interface-opties?
Ons team staat klaar om je te helpen bij eventuele technische vragen.

Neem meteen contact met ons op

 
 

Visuele inspectie – LED-statusindicator

De actuator kan worden uitgerust met een transparante connector en een LED. Dit maakt een snelle diagnostiek mogelijk via een eenvoudige visuele inspectie.

De LED kan verschillende kleuren tonen, afhankelijk van de status van de actuator:

·

Groen: OK

 

·

Rood: Niet in werking (interne fouten)

 

·

Geel: Niet in werking (externe fouten)

 

·

Blauw: Bluetooth-verbinding

 
 

Het licht van de LED kan worden gebruikt om snel te bepalen of de actuator naar behoren werkt of een fout heeft die nauwkeuriger moet worden onderzocht.

Behalve dat een visuele indicator van de huidige status wordt gemaakt, kan het ook worden gebruikt om te identificeren met welke actuator je hebt gekoppeld via Bluetooth® in Actuator Connect™.

Als de LED niet oplicht, controleer dan de stroomkabel en voeding op onjuiste aansluitingen of schade.

LED is niet beschikbaar voor I/O™ Basic-actuatoren.

 

FOUTCODES RECHTSTREEKS NAAR JE CONTROLLER (PLC)

Voor toepassingen waarbij uitval geen optie is, biedt LINAK foutcodes als een digitale output voor eenvoudige probleemoplossing.

Op de digitale output kunnen diverse foutcodes worden uitgelezen.

Gedurende een tijdkader van 10 seconden stuurt de actuator – afhankelijk van het fouttype – pulsen naar de controller (PLC) volgens het patroon in de onderstaande tabel.

Het bespaart je tijd als je problemen gemakkelijk kan oplossen, wat anders tot onnodige vervangingen zou leiden.

 
 

LED

Aantal pulsen
(per 10 seconden)

Fout

Oplossingen


 

0

Geen fout

Wanneer de actuator volledig operationeel is, is de LED groen en het signaal constant laag. Als de kleur van de LED of het aantal pulsen verandert, kan dit wijzen op een systeemstoring.


 

1

Overbelasting stroom
(externe fout)

De actuator is gestopt vanwege overbelasting van stroom. Verwijder eventuele obstakels en laat de actuator werken in de tegenovergestelde richting van de blokkering.


 

2

Hardware
(interne fout)

De actuator heeft een interne hardwarefout gedetecteerd. Schakel het systeem opnieuw in of initialiseer de actuator. Als de hardwarestoring niet kan worden opgelost, neem dan contact op met het kantoor van LINAK in jouw regio voor hulp.


 

3

Temperatuur
(externe fout)

De actuator heeft een hoge temperatuur gedetecteerd en is uitgeschakeld. Verlaag de omgevingstemperatuur of pas de werkcyclus aan binnen het bereik. Zorg er ook voor dat de toegepaste belasting overeenkomt met het nominale maximum van de actuator.


 

4

Overspanning
(externe fout)

De voedingsspanning is te hoog en heeft ervoor gezorgd dat de actuator werd gestopt. Controleer de voeding om er zeker van te zijn dat deze overeenkomt met de nominale spanning.


 

5

Onderspanning
(externe fout)

De voedingsspanning is te laag en heeft ervoor gezorgd dat de actuator werd gestopt. Controleer de voeding om er zeker van te zijn dat deze overeenkomt met de nominale spanning en het typische Amp-verbruik van de actuator. Zorg er ook voor dat de kabels dik genoeg zijn om spanningsval te voorkomen.


 

6

Analoge ingang buiten bereik
(externe fout)

De analoge ingang die wordt gebruikt om de actuator (servo of proportioneel) in werking te stellen, is buiten bereik. Zorg ervoor dat het gekozen signaaltype binnen het bereik ligt.


 

7

Positie verandert niet
(interne fout)

De interne Hall-sensor heeft gedurende meer dan 1,5 seconde geen puls waargenomen. Dit kan erop wijzen dat de motor afslaat. Schakel het systeem opnieuw in of initialiseer de actuator. Als de fout niet kan worden opgelost, neem dan contact op met jouw lokale LINAK vestiging voor hulp.


 

8

Werkingssignaal genegeerd
(externe fout)

Om onbedoelde beweging te voorkomen, heeft de actuator het startsignaal na hernieuwde inschakeling genegeerd. Verwijder het werkingssignaal en probeer het opnieuw.


 

9

Initialisatie van positie niet mogelijk
(interne fout)

De actuator heeft een interne fout 'initialisatie positie niet mogelijk’ gedetecteerd. Schakel het systeem opnieuw in of initialiseer de actuator opnieuw. Als de initialisatiefout niet kan worden opgelost, neem dan contact op met jouw lokale LINAK vestiging voor hulp.


 

10

Parallelle opstart
(externe fout)

Bij het opstarten heeft het parallelle systeem gedetecteerd dat het aantal actuatoren onjuist is. Controleer de configuratie in Actuator Connect (elke actuator moet dezelfde configuratie hebben) of controleer de bedrading van de violette en witte draden die worden gebruikt voor parallelle werking.


 

11

Parallelle werking
(interne fout)

Als een van de parallelle actuatoren wordt losgekoppeld zonder dat de stroom wordt uitgeschakeld, geeft het systeem 'verkeerd aantal actuatoren’ aan. Zorg ervoor dat het aantal parallelle actuatoren overeenkomt met de parallelle configuratie.


 

12

BLDC-motor
(interne fout)

De actuator heeft een fout gedetecteerd op de BLDC-motorcontroller. Schakel het systeem opnieuw in of initialiseer de actuator. Als de storing niet kan worden opgelost, neem dan contact op met jouw lokale LINAK vestiging voor hulp.


 

13

Eindstopschakelaar
(interne fout)

Eindstopschakelaars gedragen zich onverwacht. Bijvoorbeeld: Beide eindstopschakelaars zijn tegelijkertijd langer dan 100 ms geactiveerd. Voer het initialisatieproces uit door de actuator volledig uitgetrokken en volledig ingetrokken te laten werken.


 

14

Parallelle communicatie
(interne fout)

Fout in interne parallelle communicatie. Meer dan 5 communicatiefouten in 500 ms. Controleer de kabelaansluitingen en schakel de volledige setup opnieuw in.


 

15

Parallelle setup gestopt
(externe fout)

Een of meer actuatoren kunnen niet voldoen aan opdrachten en stoppen. Master geeft opdracht 'Stop' aan andere actuatoren in het netwerk. Stuur de opdracht 'Fout wissen' om de fout te wissen. Als de fout zich blijft voordoen, controleer dan je toepassing en bedradingsaansluitingen en schakel de volledige setup opnieuw in.


 

25
(Continu)

Positie verloren
(interne fout)

De actuator heeft het overzicht over zijn positie verloren. Laat de actuator, om deze te initialiseren, volledig naar binnen en vervolgens naar buiten voorbij het gebied van 35-70 mm lopen.


 

Meer foutcodes

 

Hoe de actuator wordt geïnitialiseerd

In het algemeen wordt aanbevolen om de actuator regelmatig te initialiseren om een nauwkeurige positionering te garanderen. Dit proces kan ook worden gebruikt voor het oplossen van eenvoudige problemen die kunnen leiden tot een foutmelding.

Om de I/O-actuator te initialiseren, start je door de actuator naar de volledig ingetrokken positie te bewegen. Laat de actuator vervolgens in buitenwaartse richting tot voorbij het initialisatiegebied van het nulpunt (ten minste verder dan 70 mm) lopen – bij voorkeur met een soepele beweging met een vaste snelheid.

 
 

Verbinding maken met PC

Verbind je actuator via Bluetooth® of kabel met de Actuator Connect-configurator van LINAK voor weergave van de huidige status van de actuator en oplossingen om een potentieel probleem op te lossen.

Als de actuator fouten meldt, kun je de exacte fout identificeren die een stop heeft geactiveerd. De beschikbare status- en diagnosegegevens kunnen je helpen uitval te verminderen.

Met het foutenlogboek krijg je een overzicht van de laatste vijf fouten die de actuator heeft ondervonden en informatie over het aantal keer dat deze fouten zich achtereenvolgens hebben voorgedaan. Dit wordt gedocumenteerd met een tijdstempel die kan worden vergeleken met de totale bedrijfstijd van de actuator.

Deze gegevens kunnen worden gebruikt om een patroon te identificeren en je meer informatie te geven over een terugkerende bron van fouten.

 
 

Pictogram Actuator Connect™-software

Actuatoren met IC Integrated Controller™van LINAK® zijn flexibel en kunnen worden aangepast aan speciale eisen en behoeften van de klant. Configureer je actuator via de intuïtieve Actuator Connect™-configurator.

Download hier een gratis versie van de nieuwste Actuator Connect.

 
 

Parallelle probleemoplossing

Het parallelle systeem is ontworpen om de status van alle actuatoren in het systeem voortdurend te bewaken. Als de actuator zijn positie niet meer weet, zal het parallelle systeem naar de Herstelmodus gaan en zichzelf initialiseren – hier werkt het systeem op lagere snelheid (50% snelheidsinstelling) terwijl een werkingssignaal wordt toegepast (over een volledige slaglengte in beide richtingen).

Indien het systeem niet in staat is om in de herstelmodus te gaan, ga dan verder met het volgende probleemoplossingsproces:

  1. Controleer de bekabeling, voedingstoevoer en communicatiesignalen tussen actuatoren.
    • Zie de LED-kleur voor een visuele inspectie van de actuator(en) om te bepalen welke actuator het systeem heeft gestopt.
  2. Verbind elk van de defecte actuatoren die worden aangegeven door de LED, met de Actuator Connect-configurator en bekijk de huidige status om te weten te komen waarom het systeem is gestopt.
    • Probeer de actuator handmatig te initialiseren met behulp van de Actuator Connect-configurator (voorwaarde is dat de actuator is gedemonteerd of mag werken zonder de andere actuatoren in het parallelle systeem).
    • Als het initialisatieproces de interne of externe fout heeft verholpen, is de actuator weer klaar voor parallelle werking.
 
 

Nog steeds problemen? Neem contact op met jouw lokale LINAK vestiging.

Mijn actuator is ingeschakeld, maar verschijnt niet in Actuator Connect™?

De Bluetooth® Low Energy-antenne is gemonteerd op de printplaat in de aluminiumbehuizing van de actuator. De behuizing vermindert in aanzienlijke mate de signaalsterkte en daarom is het belangrijk om ook de signaalkabel in te pluggen. De signaalkabel heeft een speciale draad om het Bluetooth Low Energy-signaal te versterken en als de kabel niet ingeplugd is, heeft de actuator problemen met het tot stand brengen van een verbinding. Zorg ervoor dat je ook de signaalkabel inplugt om de actuator in de apparatenlijst in Actuator Connect zichtbaar te maken.

Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG Inc. en elk gebruik van dergelijke merken en logo's door LINAK® is onder licentie.

Bestanden

I/O™ interface handleiding

Deze handleiding legt je alle functies uit van onze LINAK I/O interface.

Heb je vragen?

- Ons team staat klaar om je te helpen met technische informatie, een project te starten en meer.

Contact opnemen